Middenbouw: Hoe maak je een boek?

Hoe maak je een boek? (Annemarie Bon & Marja Meijer)

Korte samenvatting:

Informatief boek over het bedenken, schrijven en maken van een boek. Alle aspecten van begin tot eind komen aan bod. Er worden diverse tips en ideeën gegeven, zodat je zelf ook aan de slag kan gaan om een boek te maken.

Spelletjes in de klas:

Geef alle kinderen een krantenpagina (dubbele). Ga met alle kinderen repen scheuren. Hoeveel repen kun je scheuren van je blad? Kan je helemaal van boven naar beneden scheuren zonder je handen te verplaatsen. Maak dikke repen, maak dunne repen, etc.

Als alle repen op zijn kun je er propjes van maken. Maak propjes met twee handen tegelijk. Als je van alle reepjes propjes hebt gemaakt, probeer je er 1 grote prop van te maken. Probeer deze prop in een bak te gooien.

Als je de schoenen en sokken uitdoet:

Kun je de propjes ook met je tenen van de grond pakken? Kun je een plat papier met je tenen van de grond pakken? Kun je een papier met je linker en je rechtervoet naar je toe krabbelen?

Bewegingsonderwijs:

Zorg voor verschillende plaatjes/woorden die passen bij de categorieën:

-auteur

-illustrator

-uitgever

-fotograaf

Deze plaatjes verspreid je over de gymzaal. Verdeel de klas in groepjes. Ieder groepje moet proberen zoveel mogelijk plaatjes/woorden te verzamelen die bij zijn categorie horen. Het is dan wel handig als alle groepjes evenveel woorden moet verzamelen. Om de beurt gaat er iemand van het groepje rennen en op zoek naar een woord. De rest van het groepje moet ondertussen zo lang mogelijk in een bepaalde houding zitten/staan, bijvoorbeeld zitten tegen de muur waarbij alleen de rug tegen de muur is en alleen de  voeten op de grond staan, op handen en voeten (verder niets op de grond) in opdrukpositie, etc. Je kunt het ook bij deze twee posities houden. Je wisselt af als er iemand terugkomt van het rennen en een kaartje bij zich heeft.

Bij een grote groep kun je bovenstaande categorieën meerdere keren inzetten. Iedere groep moet er dan wel voor zorgen dat je steeds verschillende plaatjes/woorden meeneemt (twee keer een plaatje van een fototoestel mag dus niet). Op deze manier houd je de groepjes klein en komen ze vaker aan de beurt.

Beweeghoek/ fijne motoriek:

Scheuren van kranten en letters. Maak een hoek waar veel kranten, tijdschriften en folders liggen. Laat de kinderen namen, woorden, letters en plaatjes scheuren uit deze materialen. Kun je kleine woorden en letters scheuren? Kun je voorzichtig scheuren om een letter heen? Plak de letters, woorden en plaatjes op. Waarom plak je deze op? Maak een bord rond een thema, bijvoorbeeld jezelf. Welke woorden, plaatjes, letters, kleuren, etc. passen bij jou?

Maak met verschillende letters mooie woorden.

Maak een lapbook over een bepaald onderwerp. Een lapbook is eigenlijk een boek, die in de schoot van een kind past. Het is een map met een verzameling mini-boekjes, klepjes en andere gevouwen materiaal met daarin ruimt voor tekeningen, verhalen, informatie, etc. Bij deze manier van werken ben je niet alleen bezig met het verwerken van de informatie, ook ben je bezig met vaardigheden als plannen, structureren, presenteren en creativiteit.

Bijvoorbeeld:

-lapbook over het  jaar met daain een vouwsel met informatie over de vier jaargetijden, dus een vouwsel met 4 items

-lapbook over de natuur vraagt om een bloem met bloemblaadjes, op ieder blad staat andere informatie

-lapbook over kriebelbeestjes, informatie over de spin kan op de 8 poten van de spin geschreven worden.

-etc.
Je werkt met kleuren, beelden, vormen wat goed is voor het stimuleren van beide hersenhelften. Iedereen is op zijn eigen manier bezig.

https://nl.pinterest.com/jafgiraf/boekenbingo-hoe-maak-je-een-boek/?eq=hoe%20maak&etslf=4157