Timo en de oppasninja (Lisa Boersen & Edwin Rhemrev)
Korte samenvatting:
Timo’s moeder moet werken in de vakantie. Zijn oma zou gaan oppassen, maar die ligt met een gebroken been in het ziekenhuis. De buurvrouw kan gaan oppassen of ze kunnen een au pair inhuren. De au pair blijkt niet zo maar een au pair, maar een ninja te zijn uit een ver land…. En dan gaan dagelijkse dingen ineens heel anders.
Spelletjes in de klas (bewegend leren):
Concentratie oefeningen: ga op 1 been staan, hoe lang kun je dit? Lukt het ook met je ogen dicht? Kun je ondertussen een tennisbal in de lucht gooien en vangen? Kun je de bal van je ene hand naar je andere hand gooien?
Kun je bewegingen achter je horen? 1 kind staat met gezicht naar de muur. Overige kinderen staan er achter en maken een beweging. Hoor jij of het springen, hinkelen, lopen, etc. is?
Spelen op het plein:
Als je een vliegtuig hebt gevouwen (zie creatief) ga er mee naar buiten.
Wie kan er sneller? Jij rennend of iemand die een vliegtuig gooit?
Wat komt verder: een pittenzak die je gooit of je vliegtuig?
Ga als een ninja over het plein. Spring over randjes (zandbak/lijnen/etc.). Probeer zo ver mogelijk te komen met een paar sprongen. Wil dit beter met 1 been of met 2 benen? Spring naar de muur met 1 been en zet je weer af van de muur.
Zet een ninja parcours uit over het plein. Zorg hierbij voor de volgende onderdelen: balanceren over randen/bankjes/etc., springen over obstakels, klimmen in de schoolplein attributen, onder obstakels door gaan (laag bij de grond).
Bewegingsonderwijs:
Zet een freerun parcours uit in de gymzaal. Hier kunnen de kinderen op hun eigen manier over de obstakels heen. Zorg voor uitdaging en variatie, zodat alle kinderen hun eigen uitdaging kunnen vinden.
-balanceren: balk hoog, balk laag, bank, lijnen
-sprongen: opgerolde lange mat (opgerold tot de juiste hoogte voor je groep), kast (waar ze zonder springplank over heen kunnen gaan), lange mat over rekstok (over de rekstok springen, leg een kastdeel erbij voor de kinderen die een kleine opstap nodig hebben)
-rennen: kast/bok bij de muur (handen op de kast/bak en voeten gaan via de muur), dikke mat tegen schuin wandrek (schuin aanlopen en over de dikke mat rennen)
-op internet zijn veel ideeën te vinden
Creatief:
Vliegtuigjes vouwen net als Yushi. Probeer heel scherpe vouwen te maken. Welk vliegtuig komt heel ver? Maak vliegtuigjes van verschillende groottes van papier (vouwblaadje, krant, A4-tje). Zit daar verschil in qua vouwen en qua vliegen?
Laat het vliegtuigje binnen vliegen en buiten. Waar moet je staan om het vliegtuigje ver te laten komen? Als je dit buiten doet kun je een lijn trekken waar je vliegtuig is geland. Probeer nog een paar keer te vliegen en kijk of je vliegtuig verder komt.
Reactie plaatsen
Reacties